Omgaan met doorligwonden (decubitus)

Herpositioneren en drukverlichting om doorligwonden te voorkomen

• Verander minimaal elk uur van houding en verdeel je gewicht gelijkmatig.
• Vermijd zitten of liggen op aangetaste of pijnlijke plekken.
• Gebruik hulpmiddelen zoals glijzeilen, tilliften of speciale rolstoelen om in en uit bed te komen zonder de huid te beschadigen.
• Gebruik kussens of een speciaal matras (schuim- of luchtmatras) om druk te verlichten. Vermijd donutkussens, omdat deze de druk op de omliggende huid kunnen veroorzaken.
• Verhoog indien mogelijk de bedhelling tot maximaal 30 graden.

Inspecteer en controleer de huid regelmatig

• Controleer op veranderingen van de wond of huid in kleur, temperatuur, en zwelling om tekenen van infectie te herkennen.
• Vergelijk de hardheid of zachtheid van drukplekken met de omliggende huid.
• Let vooral op roodheid op drukplekken zoals het stuitbeen, de hielen, ellebogen, heupbeenderen, enkels, schouderbladen, knieën en ellebogen. Controleer ook op tekenen van nieuwe doorligwonden.

Regelmatige huidverzorging

• Was de huid op drukplekken met een milde reiniger en dep deze droog.
• Bescherm de wond en de omliggende huid met een schuimwig of kussen.
• Verander beddengoed en kleding regelmatig.
• Houd onderlakens strak om te voorkomen dat druk en plooien de huid irriteren.
• Kies kleding die niet te strak of te los zit om te voorkomen dat het rimpelt of de huid irriteert.

Voeding en hydratatie

• Eet voedingsmiddelen die rijk zijn aan eiwitten (zoals vis, eieren, vlees, melk, noten of pindakaas).
• Verhoog de vochtinname, probeer calorierijke vloeistoffen zoals milkshakes of kant-en-klare vloeibare voedingssupplementen.

Wondverzorging

• Maak het aangedane gebied voorzichtig schoon met steriel water of een 0,9% zoutoplossing.
• Verwijder zichtbaar vuil met een steriel pincet of gaas.
• Bedek de wond met een geschikt verband of crème volgens de instructies van de zorgverlener.
• Gebruik pijnmedicatie zoals voorgeschreven of aanbevolen door de zorgverlener.

Als je niet zeker weet wat de oorzaak is of hoe je met doorligwonden kunt omgaan, vraag dan je verpleegkundige of arts om advies. Zij kunnen je helpen met de beste aanpak.

‍